Ze zijn uiteraard goed voor het milieu. Velen zijn leuk om mee te rijden. En geregeld zijn het technologische pareltjes. Maar als je nu iets niet kan zeggen over elektrische wagens, dan is het dat ze goedkoop zijn. Modellen onder de 30.000 euro zijn eerder uitzondering dan regel. Electrobatt dook in de prijslijsten van de automerken en kwam toch uit bij deze elektrische prijskoningen.
Dacia Spring
Dacia is het budgetmerk bij uitstek en ook bij de EV’s is de Roemeense constructeur prijskoning. Voor de Spring betaal je momenteel 19.990 euro, wat hem de enige wagen onder de symbolische drempel van de 20.000 euro maakt. Dacia kleedt de kleine elektrische crossover uit tot zijn essentie om tot die prijs te komen. Verwacht geen grote luxe, wel alle tools die je nodig hebt in het interieur.
Verwacht geen flitsende acceleraties (0-100 km/u in 19 seconden!), grote batterij (25 kWh) of snelle laadprestaties, wel een typische tweede auto: een realistisch rijbereik van zo’n 170 km, 300 liter aan kofferruimte en plaats voor vier. Er zijn duurdere elektrische wagens die niet aan alle drie die laatste kwaliteiten voldoen.
Renault Twingo
Ook de Renault Twingo werd tot voor kort verkocht voor minder dan 20k, vandaag ben je 23.250 euro kwijt door de inflatie. De Twingo heeft een nog kleinere batterij (23 kWh), maar door zijn aerodynamischere vormen wel een rijbereik van 190 km.
Iets minder praktisch dan de Dacia Spring, maar wel een stijlvollere wagen, een typisch product voor in de stad. Fun fact: in de stad vind je weinig snellaadpalen. De Twingo kan dan ook niet snelladen (oftewel DC-laden), maar aan een gewone laadpaal haalt hij wel een maximaal vermogen van 22 kW, iets waar veel EV’s niet in slagen!
JAC E-S2
Daar komen de Chinezen! De JAC E-S2 heeft de grootste elektrische range in dit lijstje (240 km) en komt op 29.990 euro. Om toch binnen budget te vallen, compenseert de Chinees dat met veel kunststof in het interieur en niet de beste grafische kwaliteiten qua infotainment. Maar wie enkel naar kilometers en budget kijkt, zal daar niet om malen.
Smart EQ ForTwo
Smart werkt aan een revival als volledig elektrisch merk met de #1, een B-segment crossover, als eerste wapenfeit. De veel kleinere stadswagen EQ ForTwo is echter ook nog steeds bestelbaar. Smart vraagt er zo’n 27.000 euro voor, al is de technologie wel wat verouderd. Conceptueel is hij immers zowat gelijk aan de Renault Twingo: een kleine stadsmus, ook met 22 kW AC-laden en zonder snellaadmogelijkheden, maar met 17 kWh aan batterijcapaciteit is het rijbereik van deze wagen gelimiteerd.
Fiat 500
Fiat zet de stap naar elektrisch met zijn hippe 500. Uiterlijk lijkt hij enorm op de conventioneel aangedreven variant, maar technologisch hebben ze nauwelijks een onderdeel gemeen. De Fiat 500e komt er in twee batterijvormen, waarvan de versie met 24 kWh accupakket net onder de 30.000 euro blijft (250 euro om precies te zijn). Hippe koetswerkvormen als de cabrio en de 3+1 (met extra zijdeurtje aan passagierskant) gaan wel vlotjes boven de 30k.
Microwagens
Niet aanwezig in dit overzicht: de zogenaamde microwagens. Kleine stadswagens, meestal met plaats voor één of twee inzittenden, die in elk gaatje passen, zoals de Citroën Ami of de Microlino, gebaseerd op de beroemde BMW Isetta uit de jaren ’50 en ’60.
Hoewel ze een stuk goedkoper zijn dan de meeste wagens uit dit overzicht – nu ja, voor zo’n Microlino betaal je ook al snel 14.000 euro – zouden we ze niet bepaald kwalificeren als volwaardige wagens. Hun topsnelheid ligt vaak een stuk onder de 120 km/u en de meesten mag je besturen met een motorrijbewijs. Een interessante aanvulling voor de stedelijke mobiliteit dus, maar niet meer dan dat.
